KYTT Woordenlijst

Begrippen ROSS-KYTT

Vandaag zal ik naar buiten gaan, en al het kwaad zal me verlaten,

Ik zal zijn zoals ik voorheen was,

Ik zal een koele bries op mijn lichaam voelen.

Mijn lichaam zal licht zijn,

Ik zal voor altijd gelukkig zijn, niets zal me deren.

Er zal schoonheid voor me zijn.

Er zal schoonheid achter me zijn.

Er zal schoonheid onder me zijn.

Er zal schoonheid boven me zijn.

Er zal schoonheid om me heen zijn.

Mijn woorden zullen mooi zijn.

Ik zal de hele dag omgeven zijn door schoonheid.

Door de wisselende seizoenen zal ik lopen,

Over een met stuifmeel bedekt pad.

Ik zal lopen met dauw rond mijn voeten.

Ik zal lopen met schoonheid voor me.

Ik zal lopen met schoonheid achter me.

Ik zal lopen met schoonheid onder me.

Ik zal lopen met schoonheid boven me.

Ik zal helemaal omringd zijn door schoonheid.

Oud, Maar levenslustig zal ik over een pad van schoonheid lopen.

Mijn woorden zullen mooi zijn.



De begrippen die vaak gehanteerd worden tot Kundalini Yoga Teacher Training:

Aditya - Waarheid

Ahamkara - Egoïsme

Ahimsa - Geweldloosheid

Asana - Houding, een van de vijf takken van yoga

Ashtanga - De acht takken van yoga

Atman - Het zelf, de ziel, het diepste wezen van een individu

Aum - Ohm

Aura - Het energieveld rond het lichaam

Avatara - De incarnatie van een godheid

Avidya - Misvatting, illusie, ook Maya genoemd

Bhagava Gita - Het lied van de heer

Bhakti - Toewijding, aanbidding en liefde

Bhanda's - oefeningen om blokkades op te heffen en de granthis

Bodhi - Volmaakte kennis en wijsheid

Brahma - De eerste drie goden die deel uitmaken van de hindoeïstische drie eenheid) Brahma, Vishnoe en Shiva)

Brahmaan - Een met de heilige waarheid

Brahman - De goddelijkheid, de ultieme werkelijkheid, de oneindigheid

Boeddha - Ontwaakte of verlichte, de naam die aan de historische figuur Siddharta Gautama werd gegeven

Chakra - Een energieknooppunt dat een verbinding vormt tussen het spirituele en fysieke zelf

Deva - God

Dharana - Concentratie, aandacht, een van de acht paden van Patanjali

Drsti - De blik fixeren tijdens het uitvoeren van houdingen

Dukkha - Lijden

Elementen - De vijf bouwstenen van de zichtbare wereld, aarde, water, lucht, vuur en ether

Granthi - Knopen of blokkades die de klim van Kundalini hinderen

Guna - Fragment, onderdeel, de drie gunas ( satva, rajas en tamas)

Goeroe - Leermeester

Hatha - Kracht, het samenspel van zon en maan

Ishvara - God het opperwezen

Kaivalya - De hoogste staat van bewustzijn volgens Patanjali

Karma - Daad, handeling, werk, wet van karma

Klesha's -Problemen die karma activeren en lijden veroorzaken

Knopen- Granthis- Blokkades die Kundalini beletten op te klimmen.

Krishna - Leermeester uit de Bhagavad Gita, de achtste incarnatie van Vishnoe

Kriya - Handeling werk

Kundalini -Slangenkracht (Shakti) die zich in het lichaam van het wordt bereikt, volgt eenwording met het goddelijke

Lingam - teken, merk, spoor, het fallussymbool van Shiva

Manas - Lager bewustzijn, rede

Mandala - Cirkel

Mantra - Een klank of uitspraak die op aanwijzing van een leer meester wordt gereciteerd

Maya - Illusie, onwerkelijkheid, bedrog

Moksha - Onbeperkte vrijheid, verlossing

Mudra - Een handgebaar waarmee invloed wordt uitgeoefend op het energetisch systeem

Mukti - Vrijheid, verlossing, synoniem voor Moksha

Muni - Wijs persoon

Nadis - Energiekanalen in het lichaam waarlangs Kundalini opklimt

Nirwana - Het uitdoven van zelfzuchtige verlangens

Niyama- Beheersing, een van de vijf uiterlijke aspecten van yoga

Ohm - Oerklank, de heiligste lettergreep, ook wel geschreven als Aum

Paramatma - Het universele zelf

Prakriti - Natuur, Materie, soms gelijk aan Maya

Prana - Subtiele energie, adem, komt overeen met het Chinese chi en het Polynesische mana

Paramatma - Het universele zelf

Prakriti - Natuur, materie, soms gelijk aan maya

Prana - Subtiele energie, adem, komt overeen met het Chinese chi en het Polynesische Mana

Pranayama - Regulering van prana, beheersing van de ademhaling, een van de vijf uiterlijke aspecten van yoga

Pratyahara - Het terugtrekken van de zintuigen, een van de vijf uiterlijke aspecten van yoga

Prikrita - Natuurlijk, onbewerkt, gewoon

Purusha - Persoon, grootste mens, geassocieerd met Atman en Brahman

Raga - Koning

Raja's - Drie gunas

Ramayana - het grote epos van Rama

Rig Veda - De oudste van de vier Vedas, tevens de oudste tekst die is geschreven in een indo Europese taal.

Rita - Kosmische orde

Sadhaka - Aspirant, beoefenaar

Sadhana - Streven, poging

Samadhi - Eenwording, synthese, integratie,

Samsara - Het aardse leven, illusie, de cyclus van geboorte en dood

Samskara - Impressie

Samyama - Discipline, gerichte aandacht

Sanatana - Eeuwig

Sanskriet - De oude taal van India

Santi - Rus, kalmte

Sanyas - Verwerping

Sat karmas - Technieken voor het zuiveren van lichaam en geest

Sattva - De Guna van orde en helderheid

Satya- Waarheid

Shakti - Slangenkracht, Kundalini, de vrouwelijke tegenhanger van Shiva

Shiva - De god van verandering, verwoesting, slaap, de laatste van drie goden die deel uitmaken van de hindoeïstische drie eenheid (waartoe ook Brahma en Vishnoe behoren) de mannelijke tegenhanger van Shakti

Siddhi - Kracht, vermogen, gave

Soma - Rituele drank, heilige nectar

Soetra - Een kort regel of wijsheid die deel uitmaakt van de Sanskritische geschriften

Svabhava - Innerlijke roeping, ware aard

Svakarma - Karma in relatie tot de svabhava, of het ware zelf

Tamas- Passiviteit, lethargie, stilstand, een van de drie guna's

Tapas - Vuur, soberheid, toewijding

Tapasya - Discipline en strengheid

Upanishads - Ruim tweehonderd heilige hindoeïstische geschriften die het slotstuk van de Vedas vormen, ze zijn ontstaan tussen 800 en 500 v.C.

Vasana - Aangeboren neiging

Vayu's - Energiestromen, de elementen van de adem

Veda - Een heilige hindoeïstische tekst, er zijn vier Vedas waarvan de oudste (de rig veda) uit 1500 v.C. Stamt.

Vedanta - Het einde van de Veda's of van het weten, de invloedrijkste filosofische stroming in India

Vidya - Geestelijk inzicht, wijsheid

Vishnoe - De tweede van drie goden die deel uitmaken van de hindoeïstische drie eenheid, waartoe ook Brahma en Shiva behoren, de beschermer en bewaarder

Wet van Karma - De wet van oorzaak en gevolg die zich laat gelden op fysiek, mentaal en geestelijk niveau.

Yama - God van de dood. Onthouding, een van de vijf uiterlijke aspecten van yoga.

Yantra -Een symbool dat uit geometrische patronen bestaat meebrengen, meditatie die is gericht op verbintenis met Ishvara, of het Opperwezen, en pad naar eenwording

Yogasoetra's - Een van de belangrijkste yogageschriften, toegeschreven aan Patanjali